In een tijd waarin de zorgsector zucht onder personeelstekorten, meldt ’s Heeren Loo een opmerkelijk succes. Voor het eerst in lange tijd is de instroom van nieuwe medewerkers groter dan de uitstroom, vertelt bestuurder Ageeth Ouwehand.
Bron: Zorgvisie
In de afgelopen negen maanden, oftewel drie kwartalen op rij, wist de organisatie het tij te keren. Het verloop daalde met maar liefst 25 procent.
“Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar na drie kwartalen durven we wel te zeggen dat de trend aan het wijzigen is”, zegt Ouwehand. Met 17.000 medewerkers en ongeveer 1.000 openstaande vacatures blijft de druk aanwezig, maar de stabiliteit keert terug doordat medewerkers beter landen binnen de organisatie.
Ouwehand legt uit dat het succes geen toeval is, maar het resultaat van een jarenlange professionaliseringsslag binnen de interne academie en hr. Zo wordt flink ingezet op maatwerk voor zij-instromers. Door te kijken naar wat iemand al in huis heeft, bijvoorbeeld een sportopleiding met veel psychologie of louter levenservaring, worden verkorte specifieke trajecten aangeboden. Zo kunnen zij-instromers sneller aan de slag.
“We hebben mensen die in de horeca werkten, piloten, politieagenten of mensen van de Zuidas die hun leven anders willen inrichten”, vertelt Ouwehand. “Als je tegen deze volwassenen zegt dat ze eerst weer leerling moeten worden voor een leerlingensalaris, haken ze af. De schoorsteen moet immers ook roken.”
De aanpak werpt zijn vruchten af. Jaarlijks verwelkomt de organisatie nu 1.800 zij-instromers.
Ook het rekruteringsproces is volledig op de schop gegaan. De traditionele sollicitatiebrief met motivatie is verleden tijd. “Gewoon bellen is gelijk contact”, aldus Ouwehand. In de huidige krappe arbeidsmarkt werkt de oude methode van weken wachten op een reactie niet meer. Kandidaten worden binnen enkele dagen uitgenodigd, niet voor een formeel gesprek, maar om mee te lopen.
Dit ‘meelopen’ fungeert als een tweezijdig selectiemiddel. Het team en de cliënten kunnen zien of er een klik is en de kandidaat ervaart direct de realiteit van de zorg. Dit voorkomt teleurstellingen achteraf en zorgt voor een betere landing in de organisatie. Ouwehand benadrukt dat dit veel vraagt van de zittende teams en werkbegeleiders, maar dat de investering zich terugbetaalt in lagere uitstroomcijfers.
Hoewel de instroomcijfers positief zijn, loopt ’s Heeren Loo tegen de grenzen van het onderwijssysteem aan. Om maatwerk te bieden voor zij-instromers via verkorte opleidingen, is het nodig dat opleiders, zoals ROC’s, daaraan meewerken, legt de bestuurder uit. Maar het stelsel is ingericht op volledige, vierjarige opleidingen en niet op de flexibele modules die zij-instromers nodig hebben. “Een traject van drie certificaten in zes maanden is vaak net zo duur als een volledige mbo-opleiding”, schetst Ouwehand het probleem.
Grote ROC’s, zoals Landstede en Deltion, denken mee en innoveren, maar lopen zelf financieel risico door de rigide bekostigingsstructuur van het onderwijs. Ouwehand pleit dan ook voor een systeemwijziging die flexibiliteit in het onderwijs beter beloont, zodat maatwerk voor zij-instromers niet alleen voorbehouden blijft aan grote, kapitaalkrachtige zorginstellingen.
Hoewel de instroom nu hoger is dan de uitstroom, gaat ’s Heeren Loo nog altijd uit van 10 procent minder medewerkers in de komende acht jaar. Om voorbereid te zijn op die krimpende arbeidsmarkt, is de organisatie gestart met een grote operatie om de gehele organisatie door te lichten. Per regio wordt gekeken naar de verhouding tussen vastgoed, cliëntgroepen en personeel.
Ouwehand geeft aan dat dit een uniek traject is voor de instelling. “We hebben onszelf nooit zo onder de loep gelegd.” Het doel is om maatwerk te leveren, want de situatie in de kop van Noord-Holland vraagt om een andere aanpak dan in Gelderland. “Bedum in Groningen is totaal anders dan Schagen of Ermelo”, legt Ouwehand uit.
Door per regio een ‘foto’ te maken, kan de organisatie beslissen waar zorg geconcentreerd moet worden en waar vastgoed afgestoten of vernieuwd moet worden, zodat de zorg ook met minder medewerkers veilig en betaalbaar blijft. “We moeten zorgen dat we geen spijtoptanten worden”, besluit Ouwehand.